beelden die je nooit vergeet

Hoe heftig het moet zijn. Als je mensen naast je hebt zien ontploffen. Of tien schoolkinderen omver hebt zien maaien door een dronken chauffeur. Je vriendin hebt zien verdwijnen onder de wielen van een vrachtwagen. En hoe je dan verder moet met je leven. Met die priemende beelden op je netvlies, die knerpende geluiden in je oor, de brandgeur in je neus. Met de kilte van je lichaam. Hoe je het rillen moet stoppen. En hoe je nadien weer warm kan krijgen.

Bij momenten zweven die gedachten door mijn hoofd. Door de beelden op tv op 22 april. Een maand na Zaventem en Maalbeek. Na het lezen van een hele mooie blogpost op Grensgevallen. Een aangrijpend verhaal over verlies, herinnering en veel zwijgen. Dood-zwijgen.

Ik word even teruggeflitst in de tijd. Naar 1974 om precies te zijn. Toen we twaalf waren en groentjes in het eerste jaar op de grote meisjesschool. Naast mij in de klas, op de eerste rij, zat C., een vrolijke meid die ik nog maar net had leren kennen. Mooi handschrift, gulle lach, een communiekettinkje met een kruisje om haar hals. En hoe ze op een maandagmorgen in de herfst er plots niet meer was. We hadden nog maar net onze blauwe schorten aangetrokken, toen de zuster-met-de-bulderstem ons het droeve nieuws bracht. C. was nu een engeltje in de hemel, zei ze. Gestikt in bad, samen met haar zusje, toen ze zich mooi maakten voor een familiefeest. De papa had het pas gemerkt toen het al te laat was. Toen het zingen van zijn kinderen al even gestopt was.

Het nieuws sloeg in als een bom. Een koude wolk blies door de klas. Enkele meisjes begonnen spontaan te huilen. De anderen stonden er verdwaasd en verweesd bij. Vol ongeloof aan de grond genageld.

Tien weesgegroeten en een onze vader later gingen we over tot de orde van de dag. De tekst van Sinjoorke uit het Parochieblad om beurten uit het hoofd opzeggen. Wie haperde, kreeg punten af. Zo ging dat toen. Rouwhoekjes bestonden niet, laat staan psychologische opvang. We moesten flink zijn. Ook thuis. Want niemand wist blijkbaar hoe dat moest, troosten. En dus ging je stilletjes op het toilet zitten huilen. Of je schreef iets in je dagboek. Je zweeg en verzweeg.

En op zaterdag gingen we met de hele klas naar de begrafenis. In een koude kerk vol mensen langs een drukke steenweg in een dorp dat we niet kenden. Je kon de grafstenen van op straat al zien. De kerk zat bomvol. Begrijpelijk als twee kinderen tegelijk begraven worden. Onze klas en die van het zusje stonden achter het altaar opgesteld. Om mee te zingen als het kon. Het vriendinnetje naast mij zong niet mee. Ik probeerde even, maar haalde geen enkele hoge noot. Onze kelen zaten dicht. Brandden van de ingehouden tranen. En van waar we stonden, keken we bovendien recht in het verdriet van de ouders.

Het zijn beelden die je nooit vergeet.

12 gedachtes over “beelden die je nooit vergeet

  1. Aangrijpend. “Flink zijn”, ik vind het zoiets vreemds om te zeggen in zo’n context. Toen mijn beste vriendinnetje verongelukte – waren nog maar 11 – zei iemand tegen me: “Ik wil je nu niet meer zien huilen. Je moet flink zijn.” Alsof ik mijn knie pijn gedaan had … Het heeft me zo geraakt dat ik dat mens niet maar kan zien zonder daaraan te moeten denken.

    Geliked door 1 persoon

  2. Heftig. Treffend verwoord – de kilheid en de zware droefenis. Ik herken ze…
    Dank om mijn blog hierin te vermelden.
    Hoe gaat een mens verder met zo’n beelden? Iedereen op een andere manier… Ik weet het niet, ik weet niet hoe ik het precies deed. In het begin drong het niet door dat het realiteit was. Er kwamen amper tranen of emotie. Mijn geheugen was ik eerst een dag of twee kwijt. Ik leek verdoofd. Vervolgens sijpelde het binnen. Ik toonde me flink en dacht dat ik het kon plaatsen. Ja, in het vriesvak van mijn hersenen. Als het de neiging had om te ontdooien, dan sijpelde een donker en eng gevoel naar binnen.
    Verdringen en vluchten was toen nuttig om ermee om te gaan.
    Ik was nooit meer onbezorgd, wel angstig en onzeker. Vriendinnen mochten nooit meer te dichtbij komen, dan moest ik ze niet. Wat ik niet had, kon me niet kwetsen.
    Het ergst was het verdriet in de ogen van de ouders die mij de dag na het ongeval schokkend van het huilen omklemden en smeekten om regelmatig op bezoek te komen. Omdat ze in mij nog een stukje van hun dochter zagen. Ik heb het nooit gekund. Ik was te jong, helemaal in shock – en ja, ik had begeleiding moeten krijgen. Maar dat was toen… En toen bestond dat niet…
    Op school kreeg ik het benauwd en voelde ik mij niet meer veilig. Mijn hoger middelbare schooltijd werd dan ook getekend door de naweeën die zich uitten in de ene lichamelijke klacht na de andere. Ik was een bleek, ziekelijk en eenzaam muurbloempje. Het leven ging door, maar binnen in mij was het bevroren op 22 april.
    Gelukkig slijten de dingen. De sleet ging na de middelbare school snel. Toen werd ik een vrouw en leek het ongeval plots iets uit mijn verre kindertijd.
    Het werkte bevrijdend om er over te schrijven – destijds ook in mijn dagboek. Ik droeg het echter mee als een donker geheim waar ik nooit kon of wou over praten. Nu dus wel, door de grote sleet.

    Geliked door 1 persoon

  3. Heftig!! Vroeger werd de dood verzwegen… Werd er niet meer over gepraat… Weg was weg…
    Maar de gevolgen van dat zwijgen zijn nooit weggegaan….

    Ik ben blij dat het tegenwoordig wel anders gaat. Dat er opvang is, hulp. Dat er over de dood gepraat mag worden. En dat er over de overledene gepraat mag worden

    Geliked door 1 persoon

  4. Bij ons op school was er ook een jongen gestikt in bad tijdens de examens. Ik vond het raar dat wij daar als pubers kennis van namen, er een paar dagen van verslagen waren, en dan gewoon verder leefden. Nu denk ik meer aan hem dan toen, en vooral aan zijn moeder. Ik denk voortdurend aan zijn moeder.

    Geliked door 1 persoon

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.