over schilderen en overschilderen

Ziezo. De eerste verfklus van de vakantie is een feit. De vegen op gezicht en armen zijn uitgewist. Alleen de spat in het hoekje van mijn gelakte teennagel zit er nog. En ja, de energietank is weer effen leeg, maar daar gaan we nu niet over zeuren.

Na een jaar of tien onder een ‘Elephant’ huid te hebben gezeten, hebben de muren in de tv-hoek een nieuwe laag gekregen. Zijn ze overschilderd met ‘Capuccino’ van Flamant. ’t Is te zeggen: de kleur van Flamant, in de verfmachine nagebootst met Trimetal verf (uitvoering Velours).

Bijna even mooi als de echte Flamantkleur, maar een pak goedkoper en volgens ervaren schilders van betere kwaliteit. Een warme en boeiende kleur vind ik. Een soort koffie met room waar de lichtinval iets magisch mee doet. Want doordat de kamer op het oosten ligt, krijg je met de ochtendzon een heel ander lichtspel dan bij het vallen van de avond. Varieert de kleur eigenlijk van greige over koffie-met-melk of lichtbruin naar een heel zacht olijfgroen.

Schilderen in een drukbewoond huis is altijd een heel gedoe – je moet alles leeghalen of minstens aan de kant schuiven, afplakken, oude lakens uit de kast halen, en – de meest hatelijke klus van allemaal –  verfborstels, -rollen en -emmers nadien ook weer uitwassen. Het verven zelf doe ik gelukkig graag. Alleen is mijn status van kleine mens (< 1m60)  soms een probleem. Ik reik zonder ladder maar halverwege de hoogte van de muur en bovendien heb ik hoogtevrees. Soms zijn dus hulplijnen nodig.

Wat ik zo leuk vind aan verven, is dat je onmiddellijk resultaat ziet van je werk – ik heb op een aantal vlakken weinig geduld en dat is een understatement. Bovendien is verven een prima manier om de drukte in je hoofd te stoppen. Om je interne computer te resetten en te focussen op wat je hic et nunc doet. Repetitief bezig zijn klinkt saai, maar heeft ook iets rustgevends. Zoals schommelen in een schommelstoel. Heen en weer, op en neer. Met de kwast. Spatje hier, spatje daar. Van de verf. Borstel of rol even soppen, de verf uitstrijken en de muur strelen.

Naast wandelen een ideaal antistressmiddel. Omdat je focust op het verven zelf. De verbinding herstelt met wat je aan het doen bent. De verbinding met je lichaam. Want dat is waarvan je bij burn-out vervreemd geraakt. Van het werk dat je aan het doen was. Van het lichaam dat al langer signalen uitzond die je negeerde of verkeerd interpreteerde. Verven of schilderen is helend, bevrijdend, verbindend. En zelfs bij een gewone make-over schep je iets anders. Creëer je iets nieuws. Schilderen als creatieve therapie dus. Het bestaat. En het werkt.

Maar ooit wil ik ook echt leren schilderen. Kunstig schilderen. Op doek. Taferelen scheppen met verf en kliederen met kleur. Dat lijkt me pas creatief bezig zijn. Misschien ga ik ooit nog een korte workshop volgen. Geen kunstacademie of zo. Want ik ben realistisch. Ik heb niet het talent van zoon drie en ik heb ook geen zin om elke week naar de les te moeten gaan en dingen te moeten maken.

Tot hiertoe beperkten mijn artistieke verfuitspattingen zich tot enkele puberale pogingen landschapsschilderen. Dan trok ik met mijn zwarte Hollandse fiets erop uit met de doos waterverfjes van op school, een blok tekenpapier en wat penselen. Waar ik het water vandaan haalde, weet ik niet meer. Ik ging zitten langs de kant van bos of wei, haalde een harde map boven die dienst deed als ezel en probeerde een momentopname van het landschap te schilderen. Te vegen eigenlijk. Het resultaat stond mijlenver van de impressionistische voorbeelden in mijn hoofd en terug thuis kieperde ik de hele boel in de vuilnisbak.

Maar ik bewonder mensen die wel teken- of schildertalent hebben. Iemand als Rubens of da Vinci, Monet of Renoir. Ook ‘kleine’ kunstenaars als bore-out coach Frouke of Le coeur à marée basse.  Iemand als de man op de foto bovenaan. Toen we op de markt van Saint-Didier rondliepen, kwamen we zijn kraampje een aantal keren voorbij. Hij zat daar op zijn stoel, zonder omkijken, miniatuurtjes te schilderen (die, tussen haakjes, geen kat kocht) en ging er helemaal in op. Met de kleinste truweeltjes die ik ooit zag, veegde hij uit zijn vaste hand de kleinste provençaalse details op het canvas. Dakpannen, lavendelstruiken, de schaduw van een boom …  Het was er allemaal. En in geen tijd.

Dat is nog wat anders dan de tv-hoek overschilderen.

Ik droom van schilderen en dan schilder ik mijn droom.”

(Vincent van Gogh)

7 gedachtes over “over schilderen en overschilderen

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.