en de recensies waren lovend. Eindelijk een boekje dat meer was dan het zoveelste persoonlijke relaas van een burn-out. Eindelijk een tekst die burn-out in een filosofische en maatschappelijke context plaatste. Het verhaal van een jonge vrouw en de herontdekking van haar lichaam. Want lichaam en geest waren van elkaar vervreemd geraakt en daarom moest ze een nieuw lichaamsbewustzijn aanboren.
Het fragment op het voorplat trok me over de streep:
“Tijdens de maanden dat ik in een stoel bij het raam zat, met min of meer nutteloze ledematen en een brein zo groot als een walnoot, en terugkeek op wat me hier gebracht had, bedacht ik dat mijn lichaam misschien méér was dan een scorebord dat registreerde wat er in mijn geest was misgelopen.
Had ik het zo bont kunnen maken dat ik van meet af aan anders met mijn lichaam was omgegaan?”
En ik dacht: dit kan interessant zijn. Hier staan misschien dingen in die ik nog niet weet. Feiten, inzichten, whatever. En dus bestelde ik het boekje bij Bol. ’s Anderendaags al lag het op de salontafel te lonken, met amper 116 bladzijden een haalbare kaart voor mijn gereduceerd leesvermogen.
En toch viel het tegen. Ook al leest het boek best vlot. Ook al herkende ik mijn eigen ervaringen in Bregjes woorden. Ook al zaten er interessante hersenkronkels in. Mooie en originele formuleringen ook als “je krijgt geen eelt van luchtkastelen bouwen.” Maar hoe verder ik las, hoe minder ik me van de indruk kon ontdoen dat Hofstede in de eerste plaats een filosofisch traktaat wilde schrijven over o.a. Nietzsche, Schopenhauer, Lakoff en Merleau-Ponty en hun opvattingen over het lichaam. Dat ze wilde etaleren wat ze wist en wie ze gelezen had. Want er passeert ook een rist schrijvers de revue: de Beauvoir, Murakami, Sontag en Plath om er maar enkele te noemen. Ik kreeg het gevoel dat ze ook wilde vertellen over haar soloreis naar Jeruzalem en de bezette gebieden en wat die ervaring met haar opvatting over het lichaam deed. En dat ze dat alles dan maar verpakte in het verhaal van haar burn-out want dat verkoopt tegenwoordig beter dan een filosofisch essay. Zeker bij de 25- tot 35-jarigen, volgens statistieken de grootste groep burn-outers in Nederland en toevallig ook de leeftijdscategorie waartoe Bregje behoort. Tot slot vroeg ik me af wat die beloofde maatschappelijke en filosofische context nu precies was. Want het is niet omdat je in vogelvlucht door stromingen en teksten trekt die je onderwerp goed uitkomen, dat je ook het kader schetst waarbinnen een burn-out in onze tijd – het tweede decennium van de 21ste eeuw – kan ontstaan.
Heb ik dan niets opgestoken? Toch wel. Ik las onder meer een leuke parabel van David Foster Wallace, die illustreert dat “de meest voor de hand liggende waarheden vaak het moeilijkst zijn om waar te nemen.”
Twee jonge vissen zwemmen rond en ontmoeten een oudere vis die de andere kant op zwemt. Hij knikt hen toe en zegt: “Dag, jongens. Hoe is het water?” De visjes zwemmen verder. Dan kijken ze elkaar aan en vraagt de ene aan de andere: “Wat de fuck is water?” (p. 100)
Ik las ook een originele passage over burn-out, ergens aan het eind van het boekje, als Bregje zich afvraagt of de opbrandmetafoor die doorgaans gebruikt wordt, niet beter vervangen wordt door een andere. Want het beeld van langzaam opbranden impliceert dat dat van binnenuit gebeurt. Dat er in je binnenste zoveel vuur gedoofd is, zoveel warmtecalorieën en energie verdwenen zijn, dat je achterblijft met een lege stookolietank. Of gasfles. Of houtkorf. Of pelletbakje. … Terwijl Bregje net beweert dat het de continuë druk van onze prestatiemaatschappij is die als een pletwals over ons heen rolt. Dat er een onophoudelijke regen van prikkels uit onze drukke wereld op ons neerslaat. Waardoor we dus eerder platgedrukt zijn dan opgebrand. En bijgevolg, zegt ze, hebben we misschien geen brandstofgebrek maar een leegtegebrek. Omdat alle lege ruimte tussen onze grenzen verdwenen is.
En als je spreekt in termen van brandstoftekort, dan ga je de tank van buitenaf proberen te vullen. Stookolie, hout, gas, pellets laten aanrukken. Een nieuwe energievoorraad inslaan. Via wellnessbehandelingen en yoga, hobby’s en leuke dingen doen, die meestal ook geld kosten. Terwijl wie platgedrukt is, net moet proberen zijn oorspronkelijke vorm weer in te nemen door van binnenuit ruimte te scheppen en die naar buiten te duwen. Ellebogenwerk. De ballon opblazen tot aan de grens. Om zo je eigen lichamelijke ruimte weer in te nemen, om zo je mentale ruimte te heroveren. En dat, zegt Bregje, kan via wandelen, slenteren, kuieren of rennen. Gratis en voor niets.
En daarnaast leerde ik ook een nieuw begrip: proprioceptie of zelfwaarneming. Het ontvangen en verwerken van prikkels die in je lichaam ontstaan. Want daar binnenin zitten sensoren die ons beweging, spierpijn, houding of honger doen voelen. Door proprioceptie te trainen, kun je je bewust worden van slechte lichaamsgewoontes en als je je ervan bewust bent, kun je ook corrigeren. Ingrijpen. In een context van stress en spanning is dat een belangrijk inzicht.
Je weer bewust worden van je lichaam dus en alert zijn voor de signalen die het uitzendt. En dat, zegt Bregje, is geen panacee. Want door te luisteren naar je lichaam, voel je ook meteen je grenzen en kun je onmiddellijk stoppen in plaats van op wilskracht nog weken of maanden of jaren door te gaan … tot aan de burn-out.
Bregje Hofstede, De herontdekking van het lichaam. Over de burn-out. uitgegeven bij Cossee Amsterdam 2016.
Als je dit in boekvorm had geschreven had je het uit kunnen geven…
Luisteren naar je lichaam moet doen…always
LikeGeliked door 1 persoon
😊
LikeGeliked door 1 persoon
Je blog is een interessant verhaal op zich, dat ik graag 3 jaar geleden zou gelezen hebben!
LikeGeliked door 1 persoon
Gelukkig nu overbodig voor jou.
LikeGeliked door 1 persoon
Ik hoop dat anderen er veel aan hebben! Oprecht!
LikeGeliked door 1 persoon
Heel interessant en herkenbaar wat je schrijft. Soms leer je als kind al de signalen van je lichaam negeren. Dan heb je zo’n lange weg te gaan. Maar zo mooi om jezelf te leren kennen. Openbaring…liefs xx
LikeGeliked door 1 persoon
Dankje.
LikeGeliked door 1 persoon
Het aantal jonge mensen met burn-out neemt toe. Verontrustend. De meesten duiden als oorzaak niet zozeer de werkdruk aan, maar wel de collega’s en andere factoren die het werk onaangenaam maken. Dat men daar eens werk wou van maken..
LikeGeliked door 1 persoon
Inderdaad. De werkdruk kon ook ik perfect aan.
LikeGeliked door 1 persoon
interessant schrijven dit zou iedereen eens moeten lezen, ik ben volgens mij precies op tijd opgehouden met mijn werk.
LikeGeliked door 1 persoon
😊
LikeGeliked door 1 persoon
Mooi gezegd: van binnenuit. Zo is het ook. Hoewel een wellness dagje op zijn tijd ook best een beetje kan helpen. Ik denk dat het met name ook helpt om jezelf te voeden met energie van de aarde, hardlopen in het bos voelt achteraf heel anders dan hardlopen op de band toch?
LikeGeliked door 1 persoon
Van alles een beetje kan geen kwaad, denk ik.
LikeGeliked door 1 persoon
Burnout. Ik geloof ook dat het eerder een platwalsen is, dan opbranden. En als je zo platgewalst bent, en alle zuurstof uit je lijf is geknepen, dooft ook je innerlijk vuur.
LikeGeliked door 1 persoon
Oh een hele belangrijke! en het is een waar onderzoek !
LikeGeliked door 1 persoon
‘k Heb een stukje van haar gelezen op internet, en het was inderdaad geen sinecure om de spelden en het hooi uit elkaar te krijgen. Maar de kernboodschap vind ik ook belangrijk: zoek opnieuw contact met je lichaam.
LikeGeliked door 1 persoon
Is waar. Als we beter naar ons lichaam hadden geluisterd, waren we misschien niet enerziek geworden.
LikeLike
Goh, ook handelen zodra we een grens voelen zitten lijkt me essentieel, en dat is een heel moeilijke opgave als je dat nooit hebt geleerd. Om over relaties, werkstress, tijdgebrek, pijnlijk verleden etc maar te zwijgen. ’t Is een cocktail met véél ingrediënten…
LikeGeliked door 1 persoon
Juist. ☺
LikeLike