ramp, na rampje, na ramp

Ook al dagdroom ik het liefst over wat warm en mooi en lief is, in mijn nachtdromen spelen zich vaak rampen af. Grote én kleine. Lichamelijke en emotionele. Tenminste, in die dromen waaruit ik beelden en verhaallijnen opsla. In die dromen die ’s morgens nog nazinderen. Naar het schijnt, dromen we elke nacht. En niet één, maar vier tot zeven keer. Maar niet iedereen onthoudt wat hij droomt. En niemand onthoudt alles.

Nog een geluk dus dat de meeste van die dromen bedrog zijn of ik had geen leven meer. 😉 Dan waren de echtgenoot en de zonen al tientallen keren uit mijn leven verdwenen. Met alle verdwijntruken die je maar bedenken kunt. Ontvoeringen, hocus pocus, vliegrampen, overstromingen, een brandend huis, een slippartij met de wagen, virussen, verdwijngaten, een grijpgrage draak,  … . Ik heb het ooit wel eens gedroomd.

Nog een geluk dus dat we niet elke droom onthouden. En niet elke REM slaap wakker worden want het zijn de dromen die we op dat moment dromen die we zouden kunnen onthouden. Zeggen oneirologen.

En ondanks dat geluk bij al die ongelukken, wil ik toch graag droom-minderen. Of, wie weet, er definitief van af geraken. Niet van het dromen zelf natuurlijk. Want dat schijnt nodig te zijn om je ervaringen en indrukken van de dag te sorteren en te verwerken. Nee, ik wil gewoon minder dromen kennen. Minder van die bizarre beelden vasthouden. Want het gebeurt dat ik badend in het zweet wakker schiet. Met een hart dat als een wilde te keer gaat. En dat zo’n nachtelijk doemscenario ook overdag blijft rondspoken.

En, terwijl je natuurlijk best weet dat het niet ‘is’ (ik had eerst ‘kan’ geschreven, maar sommige dingen ‘kunnen’ natuurlijk wel maar ‘zijn’ niet), vraag je je soms stiekem of hardop af of die dromen misschien toch iets willen vertellen zoals Freud dacht. Iets dat je niet zag. Of nog niet ziet. Verborgen verdriet misschien. Dingen die je echt niet wil of waar je gewoon bang voor bent. En niet zo’n klein beetje, maar best veel. Want het zijn nooit topervaringen in die nachtdromen van mij. Ik droom niet over schattige kleinkindjes, mooie reizen of een interieur uit de boekjes. Niet over een job die me op het lijf geschreven is. Ook niet over een gezellige tête-à-tête of ander klein geluk. Zelfs niet over de Lotto winnen of een weekendhuisje in de duinen.

Op zo’n moment kun je maar best een wetenschapper zijn. Die het houdt bij wat men weet en bewezen heeft. Bijvoorbeeld, dat dromen signalen zijn uit de hersenstam die doorgegeven worden aan de visuele cortex en nadien verwerkt in de frontaalkwab. Een fysiologisch, natuurlijk proces dus. Niets meer, maar ook niets minder.

De volgende keer dat ik bang wakker schrik, zal ik dat proberen te onthouden. Niet de ramp die me wakker schudde.

P.S. tips om zoet te dromen zijn altijd welkom. 😉

foto: Facebook

19 gedachtes over “ramp, na rampje, na ramp

  1. Ik denk dat het precies die dromen zijn die je wekken. Iets dat zo enorm is dat je het inderdaad niet kan vatten en je besef groter is dan je slaap.

    Maar als het een verwerkingsproces is, zou dat willen zeggen dat we (ik dan toch) constant in angst leven en dat doe ik niet. Wat valt er dan te verwerken dat zulk een doemdromen veroorzaakt?

    Geliked door 2 people

  2. Levensecht akelig dromen en dan de hele dag gebukt gaan onder het nazinderen van de nachtmerrie. Brrr… ik had het na een akelige gebeurtenis in mijn leven. Bij mij was het steeds dezelfde droom, jarenlang… Het hoort bij verwerking van… niet tegen te houden.
    Andere nachtmerries over heksen en vooral over lastige achtervolgingen kreeg ik vaak na het eten van een copieuze maaltijd ’s avonds.
    Mijn advies is dus: eet ’s avonds licht en/of weinig.

    Geliked door 1 persoon

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.