26 ~ varkenskoppenkermis

Een foto van ons dorp, ergens in de jaren stilletjes. Ergens tussen de Groote en de Tweede Oorlog. Toen er hier nog in bijna elke straat een café was. Zelfs in ons straat-je, amper een auto breed, met uitsluitend plaatselijk verkeer en enkele tientallen huizen. Zelfs in het oudste deel van ons eigenste huis. De plaats waar nu de afvalcontainer en de stookolietank staan en de wasruimte ernaast, blijken in de tweede helft van de negentiende eeuw nog café te zijn geweest. Een foto van dat geestrijk huisverleden hebben we niet.

Van het belangrijkste café van het dorp is die er wel. Het achterste huis links op de foto. Café Vanderlinden aka Café bij Kozze. Zjèf va Kozze en zijn vrouw Zjan va Zjèf va Kozze poseren trots voor de fotograaf. Zoals dat toen gebruikelijk was, nam Zjèf het café van zijn ouders over en hij breidde het uit met een winkeltje en een zaaltje. Zjèf had oog voor ‘kommèrs’. Bij hem klopte het commerciële en sociale hart van het dorp. Zjèf kon alles, want naast herbergier en kruidenier was hij ook nog eens kapper en, indien nodig, taxi-chauffeur in zijn oude Citroën. In zijn ‘stamenei’ werden ‘konseërs’ gegeven – door de fanfare uiteraard – en na de hoogmis, een begrafenis of vergadering op het gemeentehuis zakte het mannelijke deel van het dorp af naar Café bij Kozze. Was het Kermis, dan ontving Zjèf haast het hele dorp. Vrouwen en kinderen incluis.

Het gebeurde allemaal daar, in dat café bij de kerk. En na de oorlog kwam er naast dat café ook een beenhouwerij (in het huis vooraan links op de foto). Het dorp bloeide. De bevolking groeide. En met de bevolking ook de verhalen. Kleine en grote. En ook smeuïge en hele wrede. Want op de eerste augustus van het jaar 1954 gebeurde er iets dat het dorp op zijn grondvesten deed daveren. De beenhouwer en zijn vrouw Semon kregen ruzie. Laaiende ruzie. De slagersvrouw was naar verluidt zo kwaad dat ze een slagersmes nam en haar man, Môke Pei, neerstak. Die slaagde er nog in tot bij Zjèf va Kozze te strompelen en daar viel hij dood neer. De moord was mijn-dorp-is-de-wereld-nieuws en verdeelde het anders zo vredige dorp in twee kampen. Maar Môke was dood en wat er nadien met Semon is gebeurd, vermeldt mijn bron jammer genoeg niet.

Dit is dus mijn restfoto voor vandaag: een oud café en een beenhouwerij in spe bij de kerk. Kerkje eigenlijk. Een uit de kluiten gewassen kapel is het. Een wit gotisch gebouw uit de 15de eeuw. Beschermd erfgoed sinds 1938 en ooit de privékapel van lokale kasteelheren.

Maar back to the future nu. Naar zondag 22 januari 2017. Een heilige dag in het dorp. Want het is weer kermis. Kermis met een grote K. De fanfare, de paardenmolen en Café Bij Kozze mogen dan al verdwenen zijn, de mis ter ere van Sint-Antonius abt (aka Sint-Antonius met zijn varken) mét optreden van het zangkoor en de varkenskoppenverkoop na de mis hielden stand.

Zondag zal de ‘grote’ zaal bij de kerk weer afgeladen vol zitten voor de veiling. Met de getrouwen van altijd: de pastoor, de scouts, ”t Kerkfabriek’, de Landelijke gilde, Ziekenzorg en Kvlv. Nadat de pastoor de veiling heeft geopend, kan het bieden op de varkenskop en zijn afgeleiden – lees: klaargemaakte kop, pensen, poten en … varkensoren – beginnen. Iedereen die 1 euro inzet, mag meedoen aan het opbod. Wie als eerste het bedrag bereikt dat de pastoor stiekem op zijn lei heeft geschreven, gaat met de kop of het andere lekkers van het zwijn naar huis. En na de middag wordt de kermis culinair afgesloten met smoutebollen, appelbeignets, taart, clubs en drank.

Een verkoop van varkenskoppen dus. Toen ik daar dertig jaar geleden voor het eerst van hoorde, kon ik mijn mensenoren niet geloven. Al eens goed zo’n varkenskop bekeken? Hoe komen ze erbij! Waar halen ze het in godsnaam vandaan? Enig gegoogel leert me dat de oorsprong van de traditie middeleeuws zou zijn. De oudste dorpsbewoners herinneren zich nog dat er voor Wereldoorlog II en ter ere van het naamfeest van Sint-Antonius in heel wat families een varken werd geslacht. De koppen schonk men aan de kerk. Op de dag van de jaarlijkse kermis werden vijf koppen aan de kerkpoort verkocht. Per opbod. De ‘champetter’ mocht de veiling in goede banen leiden en het was de hoogste bieder die uiteindelijk met een varkenskop naar huis ging. De opbrengst van de verkoop was spijs voor de parochiekas.

Zo ook zondag. Varkenskoppenkermis. Ter ere van Antoon en zijn ‘vèreke’.

Vlaams hulpje: 

Zjèf = Jef

Zjan = Jeanne

kommèrs = commerce, handelszaak

stamenei = café

konseërs = concerten, optredens

beenhouwer = slager

Semon = Simonne

champetter = hier: veldwachter (kan ook een hele boze, kijvende vrouw betekenen. Semon dus)

vèreke = varken

 

bron: http://www.bloggen.be/huldenberg/archief.php?startdatum=1388530800&stopdatum=1391209200

29 gedachtes over “26 ~ varkenskoppenkermis

  1. Zalig! Die verhalen van vroeger. Ik geniet daar echt van. Net zoals van de foto’s van toen.
    Als ik oude foto’s bekijk van mijn grootmoeder en overgrootmoeder, dan heb ik soms het gevoel, dat ik daar ook ergens bij was 😉

    Geliked door 1 persoon

  2. Mijn buurvrouw (toen ik in het dorp met die tweetorenkerk woonde) had het er ook altijd over. Zij kwam oorspronkelijk vandaar.

    En jaren reed ik langs die weg, voor de kerk, naar mijn werk. Er is ook wel veel veranderd. Dat merkte ik laatst op.

    Geliked door 1 persoon

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.