horriebele momenten

Als de echtgenoot telefoon krijgt voor hij naar het werk vertrekt, is er iets. Met iets of iemand op de werkplek. Het varieert. Een ondergelopen kelder, een omgevallen boom in het park, een inbraak of vandalisme, een stroompanne, een afzegging, onverwachte ziektes, weglopers, een sterfgeval, een ernstig ongeval, …

Het ontbijtmoment van een hoofd verloopt dus niet altijd comme il faut. Ook vandaag niet. Want er is vannacht ingebroken op de werkplek. Met professionele apparatuur nog wel. Door inbrekers op zoek naar geld en andere waardevolle dingen die achter slot en grendel zitten. We slijpen het er wel uit, zullen ze gedacht hebben.

Het is telkens schrikken, ook al zijn de spullen niet van ons persoonlijk. Beseffen dat er is ingebroken, is indringend. Letterlijk en figuurlijk. Omdat je grenzen trekt. De jouwe bewaakt en die van een ander respecteert. Omdat je verwacht op jouw terrein veilig te zijn. Zeker in je eigen huis. Alle deuren gaan hier elke avond zorgvuldig op slot. De tuinpoortjes hebben een dubbel slot en bovendien, denken we, valt er hier toch niets te rapen.

We hebben het nochtans al meegemaakt. Dat vervelend gevoel na grensoverschrijdend gedrag . Meer dan eens eigenlijk. De eerste keer was toen we hier nog maar net woonden, in onze appelblauwzeegroene bouwval. Aan het oude schuurtje aan de straatkant hing een krammikel poortje half uit zijn hengsels en op een goede morgen was het weg. We waren verbaasd. Wie kan daar nu wat mee doen?

Enkele jaren later waren het de met geraniums gevulde bloembakken op de vensterbank aan de voorkant van het huis. Weg. Ik hoorde een auto stoppen, had er geen erg in maar even later waren de bakken wel foetsie. Verontwaardiging. Voor die paar Belgische franken dat dat kost!

Maar toen onze oerdegelijke benzinemaaier uit het tuinhuis verdween en de afsluitdraad duidelijk als vluchtroute had gediend, schrokken we pas goed. Zo’n ding is een ongelooflijk ‘gerief’, maar het kost wel geld en de verzekering betaalt niet alles terug. We waren boos toen. Om de maaier die we kwijt waren. Om de indringer in de tuin. Wie weet waar die nog overal gelopen heeft terwijl wij sliepen? Het ongehaaglijke gevoel bleef hangen, het tuinhuis ging weer op slot en de nieuwe maaier kreeg een veiliger plaats in de garage.

Het ergst is zo’n inbraak als de inbreker met zijn lijf in de buurt komt van het jouwe. Naast je bed bijvoorbeeld. Het overkwam zoon twee, ongeveer tien jaar geleden. Omdat hij aan zijn knie geopereerd was en met krukken liep (en we boven nog geen WC hadden), installeerden we een tijdelijk bed in de living. Enkele hinkelpassen met zijn krukken en hij was bij het toilet. Zonder trappen of hindernissen. Voor alle zekerheid lieten we één gordijn bij een lang, smal zijraam open zodat er wat licht van de straatlantaarn naar binnen scheen.

De tweede of derde nacht ging het mis. We lagen nog niet lang in bed toen we van beneden een ijselijke kreet hoorden. Zo één die door merg en been scheurt. Een mix van ongeloof, paniek, ontreddering en doodsangst. Nog nooit vlogen onze haren zo waxrecht omhoog. Nog nooit renden de echtgenoot en ikzelf zo snel onze trap af.

In de living zat zoon twee rechtop in zijn bed. Lijkbleek, totaal verstijfd. Met verschrikte ogen starend naar iets wat wij niet zagen. We dachten dat hij op zijn geopereerde knie gevallen was of zo, maar dat was het niet. Hij wees met trillende vingers in de richting van het raam. Een nachtmerrie, dachten we toen, (de narcose was niet zo vlot verlopen en het was al de tweede operatie op een week tijd) en nog probeerden we hem te kalmeren. Maar hij bleef maar beven en wijzen en stamelen. Dat er iemand was. Dat er iemand in de kamer was. Wij zeiden uiteraard van niet. Dat dat niet kon. Maar toen we met het licht aan nog eens goed rondkeken, merkten we dat achter het raam de nacht gaapte. De ruit lag volledig aan diggelen. De vloer was bezaaid met glas en onder de eettafel lag iets wat een moordwapen had kunnen zijn. Een zware, grijze cementblok. Daarmee verbrijzel je meer dan een ruit als je wil.

De echtgenoot liep nog naar buiten, maar zag of hoorde niets meer. We belden onmiddellijk de politie. Ondertussen probeerden we van zoon twee te horen wat of wie hij gezien of gehoord had. Dat was niet evident want hij was in shock. Zag lijkbleek. Met horten en stoten lukte het uiteindelijk toch.

Hij was wakker geworden van een slag en toen hij zijn ogen opendeed en een man met bivakmuts naast zijn bed zag voorbijlopen, is hij honderduit beginnen krijsen. De man schrok daarop nog harder dan de zoon en maakte zich door het gebroken raam snel weer uit de voeten.

De schade was aanzienlijk. Het betonblok had niet alleen het glas verbrijzeld, maar was bovendien afgeketst op een oude houten zetel en op de keramische vloer waren meerdere putjes te zien. Toen pas drong het tot ons door dat er ook dingen weg waren. Mijn handtas bijvoorbeeld. Die stond samen met mijn boekentas klaar om ’s anderendaags naar school te gaan. De kennis in de boekentas interesseerde de inbreker duidelijk niet, maar de laptop van de echtgenoot grabbelde hij wel mee.

De politie was er snel, maar, zoals zo vaak, te laat om de dader te klissen. Ze deden een kort sporenonderzoek en de echtgenoot zocht ondertussen een grote plaat om het raam voor de nacht dicht te kloppen. Zoon twee durfde niet meer alleen beneden slapen. Twee weken lang lag hij weer tussen ons in. Toen ik ’s ochtends de dokter liet komen, praatte die wat op hem in en hij schreef hem kalmerende druppeltjes voor om de eerste dagen door te komen. Het is tekenend dat de zoon zich daarvan niets meer herinnert.

De impact van dat horriebel moment was groot. Op zoon twee en op ons allemaal. Zijn krijsen staat voor altijd in ons gehoorgeheugen gebeiteld en hijzelf denkt er ook nog wel eens aan terug. Gelijktijdig met het onveiligheidsgevoel, kwam ook het besef dat we al bij al nog geluk hadden gehad.

Het had veel erger kunnen zijn. Want wat als we het bed van zoon twee aan de andere kant van de living hadden gezet? In de slingerloop van het betonblok bijvoorbeeld? Dan had hij dood kunnen zijn. Of wat als die inbreker een koelbloedige professional was geweest die zijn getuige uit de weg had willen ruimen?

Dat was april 2007. Van de politie hoorden we nadien niets meer. Tot ik einde 2008 onverwachts toch een telefoontje kreeg van de politie van Overijse. Of ik mijn handtas wou komen identificeren? Ze was teruggevonden in een haag van een woonwijk in Maleizen.

Het was mijn handtas. En alles stak er nog in behalve het beetje geld dat mijn portemonnee op zak had en de snoepjes. Verroeste huis- en autosleutels, halfvergane betaal- en klantenkaarten, een zwarte zakdoek die ooit wit was geweest, … .

Ik heb die handtas aan de politie gegeven. Voor hun container. Want er groeide gras in en daartussen kropen pissebedden. Bovendien rook ze naar grond, onveiligheid en nare herinneringen.

32 gedachtes over “horriebele momenten

  1. Zo’n vreselijk gevoel als mensen met slechte bedoelingen je eigen woon/comfortzone binnenstappen!!
    Wij maakten het ooit mee in Italië. Tijdens ons kwartiertje weg uit de auto om ‘even snel’ wijn te kopen, werd de hele wagen een glascontainer, en waren mijn handtas (hoe dom van mij om die te laten liggen, weliswaar onder de zetel, manlief zou wel betalen…) en onze bagage verdwenen.
    Het moeilijkst verteerbare was dat VREEMDEN in ONZE auto waren geweest en met ONZE spullen verdwenen waren. Want hoewel drie oude mannen daar op een bankje zaten op 20 m van onze auto, hadden zij totaal niets gezien?!
    Ook ik kreeg vier weken later mijn handtas, met alles erin behalve geld, terug. Elk gevoel van vertrouwen is dan (gelukkig maar voor even) totaal weg.
    Maar als je kinderen erbij betrokken zijn, wordt het nog een heel ander verhaal.
    Ook erg jammer als mensen bloemekes op een lief graf gewoon wegpikken…
    “Mijn-dijn” lijkt soms een moeilijk begrip. Begrijpe wie kan….

    Geliked door 1 persoon

  2. Ik krijg vaak de vraag of het niet gevaarlijk is in Mozambique … ik denk dat ze dan een link stuur naar dit stukje. En er dan bij vertel dat het niet in Afrika is maar in Vlaanderen.

    Geliked door 1 persoon

  3. Wat een afschuwelijke ervaring…

    Het is inderdaad zeer traumatisch als iemand zomaar binnendringt in je leven, want je kan maar pas op je gemak zijn als je een plek veilig beschouwt, en dat gevoel slaat zo iemand dan meteen (samen met een eventuele ruit) aan diggelen.

    Waar ik het ook moeilijk mee heb, is het idee dat het de schuld is van de eigenaars als iets gestolen wordt. Want “je had je fiets maar beter op slot moeten doen” of het raam niet mogen laten openstaan, enzovoort, enzovoort. Want dat legt de verantwoordelijkheid eigenlijk in het andere kamp. Terwijl het toch net de dieven en inbrekers zijn die de fout begaan.
    Als ik mijn fiets vergeet op slot te doen, is het nog steeds niet mijn schuld als die gestolen wordt. Zolang ik er geen kaartje aanhang met “gratis meenemen” moet iedereen daar met zijn poten afblijven.

    Ik ken ook studiegenoten die bloembakken ontvreemd hebben, en ik was daar toen ook niet goed van. Een compleet gebrek aan inlevingsvermogen.

    Geliked door 2 people

  4. Wat een eng verhaal! Ik heb het nog nooit meegemaakt maar heb er wel schrik voor, vooral omdat er de voorbije herfst veel ingebroken werd in onze buurt. Er valt niet veel te rapen bij ons, maar we hebben toch een alarm laten installeren.

    Geliked door 1 persoon

  5. Ik denk ook dat hier weinig te rapen valt, maar het feit dat ze door heel je huis gaan vind ik een vieze gedachte!
    Hier zit onze trap tussen twee muren met een deur aan, die gaat standaard op slot ’s nachts. Dan kunnen ze beneden hun gang gaan, maar staan ze toch niet direct aan mijn bed. Autosleutels, handtas en laptop liggen ook boven ’s nachts. Je weet immers nooit.
    Bah, inbrekers!

    Geliked door 2 people

  6. Die ergste is dat iemand jou privaatheid binnegedring het.My vriendin se seun en gesin is verlede week met ’n rewolwer in hul huis aangeval.In die stoeiery met die skurk,is die seun se arm gebreek…met ’n yster geslaan deur die boef.Daarna is hulle vasgebind en alles van waarde gesteel.Die kleinseuntjie van vyf,moes sy ouers lossny en ly aan erge trauma.Hierdie storie het ’n goeie einde,want soms word mense met strykysters gebrand,verkrag en sommer doodgeskiet.

    Geliked door 1 persoon

  7. Gelukkig zelf nog nooit dieven over de vloer gehad (hout vasthouden!). Wel bij mijn zoon op kot, toen hij een weekend thuis was. Veel hadden ze niet mee, want buiten zijn PC stond er niets van waarde. Maar vooral gelukkig dat hij er zelf niet was.

    Geliked door 1 persoon

      1. Mijn broer heeft ooit een carjacking gehad. Zij lagen boven te slapen terwijl beneden het huis overhoop gehaald voor de autosleutels. Mijn schoonzus is er wakker van geworden maar was gelukkig zo wijs om niet naar beneden te gaan. Auto weg, nooit meer teruggevonden (en niet omnium verzekerd). Sindsdien leggen ze de autosleutels grijpklaar in de hall.

        Geliked door 1 persoon

  8. Met kippenvel dit verhaal gelezen. Thrillers zijn vaak niet verzonnen… het gebeurt zomaar in het echt… Dit is hier nogmaals bewezen. Zo akelig dat iemand zomaar je huis binnendringt… en wat vreselijk voor jullie zoon. Ik kan me voorstellen dat de schrik er dan toch wel goed in zit…

    Geliked door 1 persoon

  9. Wat een afgrijselijke ervaring! Dat voelt inderdaad niet veilig. Maar is dat nu beter?
    En heeft je zoon nadien nog veel last gehad van het gebeuren?
    Ik zou die tas ook weglaten. Werkt niet he. Is dan niet meer van jou, bezoedeld, mismaakt. Vies.
    Lieve groet,

    Geliked door 1 persoon

Geef een reactie op perdebytjie Reactie annuleren

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.