wilde pottenkijkers

Voor de tweede dag op rij zitten ze er als ik de terrasdeur naar de nieuwe dag opensla. De wilde eend en haar woerd. Trouw aan elkaar, zoals eenden dat zijn. Ze kijken zelfs niet op. Hebben alleen oog voor elkaar. Gaan rustig verder met liggen, zitten of waggelen en trekken zich van mij geen moer aan.

Ik wil nochtans de buitentafel dekken voor het ontbijt en dan heb ik liever geen pottenkijkers. Zeker niet van die gevleugelde met snavels. Maar dat weten zij natuurlijk niet en dus blijven ze. Onverstoord.

En als ik even later de kippen uit hun nachtslot wil heffen, liggen ze zalig voor het hek in de ochtendzon. Ik maak wat extra geluid in de hoop dat … . Ik klop op de deur van het tuinhuis alsof er iemand elk moment kan komen opendoen. Ik rammel vervaarlijk met het potje voor het kippenvoer, maar zelfs dat doet hen niet opvliegen.

Er zit niets anders op dan in een boogje om hen heen te sluipen. Doen alsof ik niet bang ben. Al krimp ik vanbinnen tot iets van niets. Van iemand tot bijna niemand.

Dat is natuurlijk lichtjes overdreven. Verschrompelen omwille van een stel wilde eenden op het gras. Die misschien niet eens in mijn potten willen kijken. Alleen een graantje willen meepikken of zo. Of een kruimel brood.

En als de echtgenoot wat later aan tafel schuift, zwijg ik over mijn krimp. Hij kent die tenslotte al bijna vijfendertig jaar. 🙂

25 gedachtes over “wilde pottenkijkers

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.