graag gelezen: Het absurde idee je nooit meer te zien (Rosa Montero)

Ik las het boek toen het nog zomer was, maar er iets zinnigs over schrijven wilde een tijd niet echt lukken. Misschien lag het aan het onderwerp. De dood van een geliefde schud je niet zomaar van je af. Een boek dat daarop inzoemt al evenmin. En als je er iets over schrijft, wil je dat even omzichtig doen als de schrijfster zelf.

En dus schreef ik woorden om ze vervolgens weer te schrappen. Of ik keek er dagen niet naar om. Maar de belletjes in mijn hoofd bleven – een beeld van Rosa Montero voor borrelende inspiratie – en als die gaan iriseren, kan er iets ontstaan. Een logje bijvoorbeeld. Om maar te zegggen dat de genese van mijn tekst al even bochtig verliep als die van het boek van de Spaanse schrijfster Rosa Montero dat naast me ligt.

Want dit boek stond niet op haar planning. De dood van haar man evenmin, ook al wist ze dat hij ernstig ziek was. Twee jaar lang broedde Montero – één van Spanjes bekendste schrijfsters met tientallen publicaties en romans op haar conto – op een nieuwe roman die zich in de jungle zou afspelen, maar toen haar man Pablo te vroeg stierf, legde ze die aan de kant. Omdat door zijn dood de harmonie tussen [haar] en het verhaal weg was. En toen kwam de vraag van een uitgeefster. Of ze niet een voorwoord wilde schrijven bij een reeks kleine boekjes, waaronder het dagboek van Marie Curie?

Ik dacht aan jou omdat het een nuchtere en onbarmhartige beschrijving is van het verdriet om het verlies van haar man. Als de tekst je bevalt, denk ik dat je iets heel moois kunt maken, over haar of over het te boven komen (als je het zo kunt noemen) van verdriet in het algemeen. (p. 16-17)

Het dagboek sloeg aan. De figuur van Marie Curie ging de schrijfster zodanig boeien dat ze een zestal biografieën las en zin kreeg om dat verhaal op haar eigen manier te vertellen. Om de woorden die als verdwaalde honden rondjes ren[d]en in [haar] hoofd vrij te laten. Op een natuurlijke manier, met #Lichtheid.

Zo werd Het absurde idee je nooit meer te zien geboren. En het is een mooi kind, vind ik. Een knap staaltje postmoderne literatuur en dus niet onder één hoed te vangen. Want het boek is én biografisch én autobiografisch. Het is dagboek en foto-album, rouw- en troostboek. Een mix van filosofie, levenswijsheid en poëzie – In de #Lichtheid zweeft het leven, iriserend en subtiel, transparant en haast onzichtbaar, als een zeepbel in het zonlicht.  (p. 196) – , van heel veel informatie en Montero’s interpretatie ervan. Het is vertelling, maar geen roman. Of toch? Want ook dat doet Montero tussendoor: nadenken over en twijfelen aan haar tekst.

En doordat ik heb geprobeerd om in dit boek louter de waarheid te vertellen, heb ik uiteindelijk misschien alleen maar veel meer fictie geprobeerd. Want het vinden van betekenis in het verhaal van een leven is een creatieve handeling. (p. 195)

En dat alles doorweven met knipoogjes naar sociale media via hashtags, die me eerst wat misplaatst over kwamen maar bij nader inzien perfect passen in het postmoderne plaatje. Pas helemaal aan het eind komt dat waar het in eerste instantie allemaal om ging: het dagboek dat Madame Curie schreef tussen april 1906 en april 1907. Een korte bijlage bij een voorwoord dat uitgroeide tot een boek van bij de 200 bladzijden.

Dat amalgaam van genres en het doorbreken van hun grenzen maakt het lezen van dit boek tot een intrigerende, verrassende, leerrijke en ook wat beklemmende ervaring. En ook al laten radioactiviteit, polonium en radium me in wezen chemisch koud, door de passie waarmee Marie Curie en haar man Pierre met hun onderzoek bezig waren, ging ik hun studiegebied zelfs interessant vinden. Op een bepaald moment voel je als lezer het gevaar dat, zonder dat zij zich ervan bewust waren, als een zwaard van Damocles boven hun hoofden hing. Dan wilde ik, als het kon, Marie waarschuwen voor haar onvoorzichtigheid in de omgang met die o zo schadelijke goedjes. Ik vond het moeilijk vatten hoe twee geniale Nobelprijswinnaars zo naïef konden zijn. (Met wat we vandaag weten, is dat natuurlijk makkelijk gezegd.) Montero beschrijft bijvoorbeeld hoe Marie het flesje radium met zijn fascinerende groenblauwe gloed gewoon onbeschermd bij zich droeg als een flesje parfum en met een koffer vol radioactief afval zeulde als met een te zware boodschappentas. Onvoorstelbaar dat ze toen nog niet inzagen hoe verwoestend en nefast de werking van die stoffen op hun eigen lichaam en leven zouden zijn. (Marie overleed aan leukemie, net als haar dochter Irène die haar werk voortzette. En als haar man Pierre niet verongelukt was, was hem hetzelfde lot beschoren geweest.)

Montero vertelt het verhaal van Marie Curie met heel veel warmte en tonnen respect. Ze wil het imago doorprikken van een rigide, mannelijke en al te ambitieuze geleerde – koud als een vis – en beschrijft met empathie de eenzame positie van deze geniale vrouw in het wetenschappelijk mannenbastion van rond de eeuwwisseling. Montero vertelt niet alleen over Curie als prof en scheikundige, maar ook over een twijfelende vrouw, een zorgende moeder en een lieve echtgenote.

Zelfs al ligt er meer dan een eeuw tussen beide, zeer verschillende leefwerelden, de vroege dood van hun echtgenoten en het daaruit voortvloeiende gemis zorgen voor verbinding. Rosa Montero her-leeft in het vertellen van het verhaal van Marie Curie. Het is een spiegel voor haar eigen leven en gevoelens. Een spiegel ook voor de lezer die erin wil kijken.

Ja, je moet wat doen met de dood. Je moet wat doen met de doden. Je moet bloemen op hun kist leggen. En tegen ze praten. En zeggen dat je van ze houdt en altijd van ze gehouden hebt. Het is het beste om dat te zeggen wanneer ze nog leven, maar als dat niet is gelukt, kun je het ook daarna doen. Je kunt het met luide stem de wereld laten weten. Je kunt het opschrijven in een boek als dit. Pablo, wat zonde dat ik was vergeten dat je kon sterven, dat ik je kon verliezen. Als ik dit echt had beseft, had ik niet méér van je gehouden, maar wel beter. Ik had je veel vaker gezegd dat ik van je hield. Ik had minder ruzie gemaakt om onbenulligheden. Ik had meer gelachen. En ik had zelfs mijn best gedaan om de naam te leren van alle bomen en om al hun blaadjes te herkennen. … (p. 166)

Montero vindt troost in het woord en de scheppende kracht van verbeelding, zoals Marie troost vond in het verderzetten van de wetenschappelijke experimenten die ze met haar man had opgebouwd.

En ook al is het bedoelde voorwoord bij het dagboek een flinke kluit van bijna 200 bladzijden geworden, toch overwoekert dat het fragiele tijdsdocument niet. Integendeel. Marie Curie blijft op elk moment de hoofdfiguur. Door de uitgesponnen kennismaking met haar persoon begrijp je haar rouwdagboek beter. Dieper. Want de bijlage is de echte apotheose: een ontroerende inkijk in het gevoelsleven van een ontroostbare vrouw die, vooral voor haar kinderen, probeert verder te leven zonder haar man en daar, tot haar eigen verbazing en ondanks alles, ook soms in slaagt.

14 mei 1906

Mijn lieve Pierre, ik wilde je vertellen dat de goudenregens in bloei staan. En de blauweregens, meidoorns en irissen beginnen te bloeien. Je zou het fantastisch hebben gevonden om dat allemaal te zien en om je in de zon te warmen. Ik wilde je ook vertellen dat ik ben benoemd op je leerstoel en dat er idioten waren die me daarmee feliciteerden. En tevens dat ik nog steeds ontroostbaar ben en dat ik niet weet wat er van mij zal worden en hoe ik de taak die me rest moet volbrengen.  …(p. 220)

Op die manier wordt het onvoorstelbare – (te vroeg) verder moeten zonder je geliefde – toch een beetje voorstelbaar. De absurde idee je geliefde nooit meer te zien iets minder absurd. Het thema volkomen tijdloos én universeel.


Rosa Montero, Het absurde idee je nooit meer te zien. Uitgeverij Wereldbibliotheek, 2015.

Warm aanbevolen!


 

 

25 gedachtes over “graag gelezen: Het absurde idee je nooit meer te zien (Rosa Montero)

  1. Ik las het boek deze zomer ook (kwestie van er zeker het juiste tijdstip voor uit te kiezen, ahum) en was er ook van onder de indruk! Mooie recensie heb je er van geschreven, kan er mij helemaal in vinden, op één puntje na: die hashtags, die bleven mij ergeren 🙂

    Geliked door 1 persoon

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.