Anna in de cafetaria van het ziekenhuis

Het is woensdagnamiddag 15.30u en de tweejaarlijkse mammografie is achter de rug. Soms, heel soms moet je in Gasthuisberg zelfs niet wachten. 😉 Ik meld me aan, word vrijwel onmiddellijk binnengeroepen – sorry, bomvolle wachtzaal! – en gevraagd ‘het bovenlichaam vrij te maken‘. De verpleegster is kordaat en efficiënt. Op haar directieven moet ik me voor de machine in de meest onnatuurlijke bochten wringen. Ze kwakt mijn borsten om beurten tussen de pletwals en klaar is Kees. ‘U krijgt de uitslag thuis gestuurd en mag vertrekken.’ Ze zegt het zonder me nog aan te kijken. Amper tien minuten en ik sta weer buiten. Ik verwijs de twee wachtweken naar mijn achterhoofd, probeer niet te denken aan de slechtnieuwsverhalen van vriendinnen en leeftijdgenotes en loop de ziekenhuisgangen door in de richting van de uitgang.

De klok vertelt me dat ik te vroeg ben om zoon vijf op te halen na zijn fitnesstraining. Ik zou nog boodschappen kunnen doen in de nabijgelegen Carrefour of Delhaize, maar ik besluit me met mijn leesboek in de cafetaria neer te planten. Met een Cola Zero in de hand haast ik me naar het allerlaatste vrije tafeltje, vlakbij de uitgang. Zoals meestal op dit uur van de dag zit de cafetaria afgeladen vol met bezoekers en patiënten.

Naast mij zijn twee heren druk gesticulerend in gesprek. Hun dikke mappen liggen open op tafel, agenda’s en gsm’s ernaast. Ze doen en klinken gewichtig. Ik sla mijn boek open maar mijn oren worden hun kant op gespitst. Het gaat over verslagjes die te kort en te klein zijn en diepgang missen, over evaluaties en kritiek en wat ze daar om beurten van vinden. Tussendoor geeft de jongste het relaas van een geaccidenteerd studieparcours. Zijn gesprekspartner schat ik een generatie ouder en ik vraag me af hoe ze zich verhouden. Als student en mentor misschien? Of medisch vertegenwoordiger en inkoper?

Het gesprek blijft vaag en ik bedenk me dat dit wel een vreemde locatie is voor dit soort zakelijke afspraken. Want hier hangt de ganse dag door emotie. Pijn, verdriet, angst en hoop. Tussen de koffies en de stukken taart, de frisdranken en de belegde broodjes. Tussen magere mannen aan infusen, bange kindjes met kale kopjes en een mama zonder voeten. Tussen wachtenden en bezoekers die hun best doen de stemming en de moed erin te houden. Tussen dagelijkse abonnees en sporadische passanten. Tussen studenten verpleegkunde die vandaag een reanimatiemarathon houden en een ploeg van ROB-tv die dat allemaal filmt. Van waar ik zit, zie ik op geen tijd tientallen, nee honderden mensen de roltrap op en af lopen. Het zijn er duizenden, dag in, dag uit. Jaar in, jaar uit.

Hoe vaak we hier zelf al geweest zijn? De vraag flitst door mijn hoofd. Ik heb niet geturfd, maar met zoon vier alleen al moet het een keer of 20 zijn. Een twintigtal opnames – korte en lange -, de ‘gewone’ neurologieconsultaties en beeldvorming niet meegerekend. En sinds een jaar of acht zijn we meerdere keren per jaar ‘te gast’ in het Mucocentrum. De echtgenoot lag hier al enkele keren en ikzelf ook. We volgden hier al heel wat pijlen.

Ik kijk weg van het drukke gewriemel aan mijn rechterkant en door het raam links zie ik de rokers onder hun afdakje zitten. In witte schorten en gewone kleren. Ook zieken in een rolstoel met hun infuus. Verenigd onder de rook. Met de sigaret als troost of therapeut voor even.

Als ik even later naar de auto loop, kruis ik toevallig Dirk De Wachter. De psychiater kijkt niet op en loopt in gedachten verzonken zijn werkveld binnen.


P.S.1 Omdat ik het niet opportuun vond foto’s te nemen in de cafetaria, koos ik voor een foto van het bosje waar ik in de vooravond langs fietste. De lentezon scheen er mooi en hoopvol doorheen. 🙂


44 gedachtes over “Anna in de cafetaria van het ziekenhuis

  1. Jan Van Rompay (journalist en presentator) schreef én maakte jaren geleden een pakkende televisie-uitzending over dat ‘dorp in de stad’, hij spreekt er met toevallige voorbijgangers.
    Hij was een observator, maar geen stille getuige.

    Geliked door 1 persoon

  2. Gasthuisberg. Eén keer geweest om een nichtje te bezoeken toen de rest van de familie dat blijkbaar niet belangrijk vond (ze was godverdomme op een haar na dood geweest). Haar ouders praatten alleen maar over zichzelf, alsof ze niet aan een ziekenbed zaten. ’t Zal wel weer aan mij gelegen hebben… Zijzelf apprecieerde het dan wel weer enorm en ik was heel blij dat ik gegaan was ondanks de trein- en buspuzzel.

    Een doolhof, ja, en druk. Een plek waar de gedachten in een stroomversnelling terecht komen.

    En ik vind ’t een sterke beslissing van jou: ofwel boodschappen ofwel even gaan zitten, en gewoon voor het even zitten kiezen.

    Geliked door 1 persoon

  3. Cafetaria’s zijn ideale plaatsen om mensen te observeren. U hebt uw waarnemingen weer op boeiende en virtuoze wijze beschreven. Heel herkenbaar voor mij, want ik bracht zelf ook al heel wat wachtende tijd door in cafetaria’s.

    Geliked door 1 persoon

  4. Ook ik was op die manier bij je in het ziekenhuis hoewel ik nog nooit in Gasthuisberg was. Mammografie is onpersoonlijk, hoe el het verstrekkende persoonlijke gevolgen kan hebben. Hopelijk verloopt je wachttijd in je hoofd vlugger dan de klok.

    Geliked door 1 persoon

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.