de échte homo universalis

Het jaar des Heren 1516. Het is winter in Italië en in de bergen liggen pakken sneeuw. Een klein gezelschap trekt er stilletjes doorheen, op weg naar Koning Frans I die in Amboise hof houdt. Onder hen, een ietwat verbitterde oude man en twee van zijn leerlingen. Enkele muilezels dragen hun schaarse bezittingen: leren tassen met drie onafgewerkte schilderijen, verder wat huisraad, persoonlijke notities, schetsboeken en enkele manuscripten.

Meer dan een maand al zijn ze onderweg naar hun nieuwe woonplek. De Franse koning heeft de oude man uitgenodigd om voor hem te komen werken en hem prompt een prachtig onderkomen beloofd in zijn buitenhuis, niet ver van het koninklijk kasteel aan de Loire. 

Amper drie jaar zal de man die luistert naar de naam Leonardo da Vinci er, in alle rust en tevredenheid, verblijven. Hij wordt op handen gedragen en zijn genie krijgt nieuwe vleugels. En ondanks verlammingsverschijnselen aan zijn hand, kan hij er toch zijn wereldberoemd vrouwenportret afwerken, een ingenieuze dubbele wenteltrap voor het kasteel van Chambord ontwerpen en prachtige decors voor koninklijke feesten uitdenken.

Voor de koning is de oude, wijze man als een vader. En de koning is gul. Een prinselijke toelage van 700 gouden daalders per jaar geeft hij hem, plus een financiering van al zijn kunstwerken. In ruil wil hij alleen maar in het gezelschap van het grote genie vertoeven en zijn gesprekken bijwonen. Hij benoemt de Italiaanse denker-kunstenaar tot ‘eerste schilder, ingenieur en architect van de koning’.

Als da Vinci in 1519 op 67-jarige leeftijd sterft, is de koning naar verluidt ontroostbaar. Nooit zal hij nog zo’n groot en veelzijdig brein ontmoeten.

Zo ongeveer stel ik me de laatste jaren van Leonardo voor. Het Clos de Lucé, waar hij toen woonde en zijn laatste adem uitblies, is vandaag een atypisch, maar knap binnen- en buitenmuseum, op enkele honderden meters van het Koninklijk Kasteel van Amboise.

Je krijgt er een mooi beeld van hoe Leonardo er aan het begin van de zestiende eeuw woonde en werkte. Met zijn mix van roze baksteen, tufsteen en hout, doet het een beetje denken aan een Italiaans palazzo of een Engels landhuis uit de tijd van Hendrik VIII met een decor uit Romeo en Julia. Je wandelt er achtereenvolgens door de gotische huiskapel, de slaapkamer van Leonardo mét uitzicht op het koninklijk kasteel, de slaapkamer van Margaretha van Navarra, een grote renaissancezaal met Vlaamse wandtapijten en een knappe keuken waarin de kokkin vegetarische maaltijden bereidde voor de grootmeester. Heel leuk om zien, waren de ‘levende’ ateliers waar Leonardo schilderde, las en schreef – omdat hij linkshandig was, schreef hij naar verluidt vaak in spiegelschrift -, beeldhouwde en ontwierp. En tot slot zijn er in het souterrain nog 4 maquettezalen, waar 40 uitvindingen en machines staan opgesteld die hun tijd ver vooruit waren. Dat iemand van zoveel markten thuis kan zijn … .

Buiten wandel je door de prachtige, aflopende tuin en maak je kennis met de veelzijdige buitenmens in Leonardo: hij was niet alleen tuinarchitect, plantenkenner en hovenier, maar ook liefhebber en bewonderaar van licht en sterren en bruggenbouwer. Helemaal onderaan in de tuin, als een orgelpunt bijna, tussen de bomen en over de Brug van de Gouden Hoorn, hangen grote doeken met details uit enkele van zijn schilderijen, zodat zijn befaamde sfumatotechniek hier elke dag en voor elke bezoeker letterlijk in een nieuw daglicht wordt geplaatst.

Als je dus ooit in die buurt vertoeft, kan ik je een bezoek aan het Clos de Lucé echt wel aanraden. Naast een sfeervol tijdsdocument, is het een plek die het genie en de persoonlijkheid van Leonarda da Vinci alle eer aandoet. Een plek waar het begrip ‘homo universalis’* pas echt invulling krijgt.

 


 

Château du Clos Lucé. Parc Leonardo da Vinci. 2 Rue du Clos Lucé 37400 Amboise.  Het hele jaar geopend. 13,50 (laagseizoen) en 15,50 (hoogseizoen) euro voor een volwassene.


*Momenteel loopt op Eén een afvalwedstrijd om uit 100 kandidaten een ‘homo universalis’ te distilleren. De (vaak stomme) spelletjes die zij voorgeschoteld krijgen, verdwijnen in het niets bij wat Clos Lucé je laat zien.


 

28 gedachtes over “de échte homo universalis

  1. Leonardo was een “grote” mijnheer.
    Ik zou, desondanks de pracht van de kastelen, toch niet in die tijden geleefd willen hebben. Het leven was voor de gewone sterveling bikkelhard.
    Ik kan wel uren ronddwalen in zulke kastelen/huizen/burchten….!

    Geliked door 1 persoon

  2. Ah, nu valt mijn frank. Ik heb een tijdje geleden 2Ever after: A cinderella story” gezien, wat zich afspeelt in Frankrijk, en daarin kwam Leonardo De Vinci voor. Ze komen hem voor het eerst tegen waneer hij in de bossen op weg is met al zijn gerief en dienaren, geloof ik. Dat is dus die scène die jij hierboven beschrijft. heb een stukje uit d efilm gevonden waarin hij voorkomt: https://www.youtube.com/watch?v=chBVj94zYDM

    Geliked door 1 persoon

  3. Ik ben het er helemaal mee eens. Leonardo da Vinci was de enige échte homo universalis. Eén van de grootse genieën die deze wereld ooit heeft gekend.
    Wat een prachtig verhaal ! De naam Clos de Lucé heb ik alvast toegevoegd aan mijn bucket-list.

    Geliked door 1 persoon

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.