over vergeefsheid die geen vergeefsheid was

Misschien wisten zij allesToon Tellegen

~~~~

Het is zo’n boek dat je nooit wegdoet. Dat je zo nu en dan uit het boekenrek licht, hengelend naar woorden die passen bij het moment of gewoon, om zomaar te herlezen.

Het overkwam me vandaag, nadat de echtgenoot het gisteren over Toon Tellegen had. Na wat omzwervingen door ’s mans dierenbos kwam ik bij het nijlpaard terecht. Dat worstelde met de vraag of het misschien aan vergeefsheid leed. Voor een zorgende zinzoeker een  nachtmerrie van formaat. Maar het nijlpaard zou van Toon niet zijn als het de vraag niet zou ombuigen naar iets anders. En zo gebeurde …

Het nijlpaard wilde niets liever dan eindelijk eens iemand beter maken. Hij had nog nooit iemand beter gemaakt. 
Maar tot zijn verdriet mankeerde niemand iets.
‘Mankeer jij echt niets, egel?’ vroeg hij.
‘Nee, ‘ zei de egel. ‘Niets.’
‘Is er ook niet iets met je stekels? Heb je niet één stekel die pijn doet? Of heb je niet ergens een zeurend gevoel, al is het maar een heel klein gevoel?’
‘Nee,’ zei de egel, terwijl hij al zijn stekels en gevoelens naging. ‘Ze zijn allemaal gezond.’
Het nijlpaard vroeg vervolgens aan de olifant of hij misschien geen slurfkoorts had. 
‘Slurfverhoging is ook goed,’ zei hij erbij.
Maar de olifant zei dat zijn slurf het heel goed maakte.
De krekel had geen last van voelsprietontsteking, de karper had geen kou op zijn kieuwen, de reiger geen snavelkramp en de giraffe – voor zover hij wist – nooit aanvallen van bleke steeltjes.
‘Bleke steeltjes…’ zei hij. ‘Nee… Die heb ik nooit gehad. Ik heb helemaal nog nooit wat gemankeerd, volgens mij.’
De mug, die het nijlpaard aan het begin van de avond tegenkwam, leed niet aan gonszucht of een rood waas voor zijn ogen, de kameel, die op bezoek was bij de pad, niet aan branderige bulten, terwijl de mol nooit duistere vermoedens had waar hij graag van af wilde.
In de schemering ging het nijlpaard in de modder zitten, aan de oever van de rivier. Alles was grijs en somber om hem heen. Hij fronste zijn wenkbrauwen en dacht diep na.
Zou ik soms aan vergeefsheid lijden? dacht hij. Grijze vergeefsheid?
Wolken joegen door de lucht.
Maar wie zou mij dan beter kunnen maken? dacht hij. Hij stond op en keek om zich heen. Er was nergens iemand te bekennen. Niemand? dacht hij. Of zou ik mezelf soms beter moeten maken…?
Even aarzelde hij, toen holde hij in volle vaart de rivier in.
Het water klotste, spatte hoog op en sloeg in grote golven over de kant.
Lange tijd bleef het nijlpaard onder water.
De maan kwam tussen de wolken te voorschijn en de rivier begon te glinsteren.
In de verte zong de nachtegaal.
Toen het nijlpaard tenslotte weer bovenkwam zag hij de maan en de sterren, overal in de reusachtige lucht, en hij voelde zich niet grijs meer, en ook niet vergeefs.
Hij keek om zich heen en fluisterde: ‘Ik heb mijzelf beter gemaakt… ik heb mijzelf dus beter gemaakt…’
Alleen het riet kon hem horen. Maar dat was genoeg. 

uit: Misschien wisten zij alles van Toon Tellegen, p. 425-426, 1998

Van bosbaden als instrument van zelfzorg hadden Toon en zijn nijlpaard aan het einde van de vorige eeuw vermoedelijk nog niet gehoord, maar of ze de idee erachter kenden!

20 gedachtes over “over vergeefsheid die geen vergeefsheid was

  1. Indertijd waren rivierbaden nog dé weldoeners.

    Onze directeur begon elke vergadering met een tekst van Toon Tellegen.
    “Want dieren zijn precies als mensen, met dezelfde mensenwensen” (Fabeltjeskrant)

    Geliked door 4 people

Geef een reactie op Matroos Beek Reactie annuleren

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.