Zomaar een dag

Voor duizelingwekkend groot verdriet

bestaat geen medicijn.

want we weten maar beseffen niet

hoe onvoorstelbaar kwetsbaar wij wel zijn

(uit Wat nog komen zou, Bart Peeters en Ronny Mosuse)

Het is één van de eerste liedjes na de wekker. De ochtend dempt verdriet dat niet overgaat. Verdriet om vriend en broer Robert Mosuse die al bijna twintig jaar niet meer is. Het mengt zich met het verdriet van een goede vriendin. De minzame melodie sijpelt mijn oren binnen en wurmt zich in mijn hoofd.

Daar is het momenteel drummen geblazen. Alsof het een lift is, boordevol mist na een claustrofobische droomnacht waarin ik niemand kon bereiken en ook niemand me miste. Het is nog vroeg en donker. Ik zie nauwelijks een steek voor ogen en mijn hart zoeft op en neer. Van het gelijkvloers naar het vijfde en weer terug. Als het doordringt dat het maar een droom was, gaat het kloppen liggen. Ik stap uit bed en begin aan een goed gevulde dag.

Buiten is het zacht en helder. Terwijl om deze tijd onze voeten zouden moeten knerpen in winterse gedemptheid. In de laagst gelegen border van de tuin staan bosjes narcissen al een centimeter of vijf boven de grond. Paasbloemen die zich van maand vergissen. Ik zag al toverhazelaars en forsythia’s in bloei. Natuurpunt meldt dat er egels gespot zijn en hier en daar een vleermuis. Terwijl die diertjes normaal gezien in winterslaap zouden moeten zijn. Merels en koolmezen zingen uit ingehouden borst. Om anderen niet wakker te maken misschien? Worden dit onze winters nieuwe stijl?

Ik ben blij nog eens buiten te zijn. Het kwam er te weinig van, de voorbije weken. Terwijl dat halfuurtje wandelen zoveel deugd doet. Op het pad wemelt het van de eenden. De dochter van Fin en haar man hebben er weer een zak zorgvuldig versneden broodoverschot uitgestrooid. Vanuit de eethoek zie ik hoe ze de broodzak tussen onze tuinpoort en het beekje leegschudden. Tot er geen kruimel overblijft. En de zak weer netjes opgeplooid kan worden. Het zijn mensen die van rituelen houden. In hun dagelijkse doen. Met de eenden. Met hun honden. In de gesprekken met wie hun/het pad kruist. Hun rituelen kennen nauwelijks haast. Een mens zou er nog jaloers van worden.

Een licht gekringel aan het wateroppervlak verraadt wakkere vissen. De wind snijdt een beetje en ik trek mijn rode kraag wat dichter rond mijn hals. Tussen de bladloze bomen door schijnt een lage winterzon. Ik neem een foto en stap gezwind door. Maar de wind bijt zich vast in mijn tanden en ik besluit dan maar een klein rondje te stappen. Het brengt me voorbij de bunkers. Drie gelijkaardige betonnen nieuwbouwmastodonten op een rij. Ze zetten hardgrijs de toon. Een schril contrast met het kleine, oude huisje aan de overkant. Wat verderop, links en rechts van het aflopende voetwegje, zijn een pak bomen gerooid. Het verklaart de urenlange zaaggeluiden van enkele weken geleden. Het donkere steegje is verdwenen en baadt nu in een zee van licht.

Als ik thuis een filter over de foto wil trekken – met extra kleur en licht en drama -, zie ik pas goed hoe de zon vlamt. Haar spiegelbeeld zet niet alleen het water in lichterlaaie. De mist is weggesmolten. Met hernieuwde energie en een klare kijk begin ik aan de rest van de dag. Ik kook soep van kikkererwten en courgette en bak een cake van kokos en limoen. Voor zoon vijf de auto nodig heeft om naar zijn campus te rijden voor examen nummer 3, doe ik nog snel wat boodschappen. Straks rijden we weer naar Nederland om de kleine prins te halen. Die is dol op yoghurt.

Ikke joehoert ete! Oma rode joehoert geve? Nee, eerst oranje. Oma oranje joehoert?

Ja, jongen. Oma heeft oranje yoghurt.

Zal ik morgen zeggen. 🙂

32 gedachtes over “Zomaar een dag

  1. Ik kijk toch altijd uit naar jouw schrijfsels, je kan het zo mooi zeggen!
    Geniet van jullie kleine Prins, bij ons zijn Prinsje en Prinsesje ziek 🤒.
    Liefs x.

    Geliked door 1 persoon

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.