dat ding met veertjes

Het rosse gras rond de droogspin lag bezaaid met jonge, muisgrijze veertjes. Wat verderop een donkere schim. De trieste rest van wat gisteren nog tweette en ‘vogel’ heette. Koudweg gepakt door één van de katten uit de buurt. Wat heb ik die beesten al verwenst! Het is niet eerlijk. Als ik daarover calimerogewijs mijn gal spuw en hoop op enig medeleven, sabelen mijn huisgenoten die neer met de onverbiddelijke wetten der natuur. Daar is uiteraard weinig tegenin te brengen. Mijn rationele helft wil wel snappen, maar het gevoel sputtert tegen en neemt het (bijna) altijd op voor het slachtoffer. Of het nu een kip, een kuiken of een vis is. Ik hou niet van vogels voor de kat.

‘hope’ is the thing with feathers ~

that perches in the soul ~

and sings the tune without the words ~

and never stops – at all –

(Emily Dickinson, 1861)

Dat slagveld van grijze pluimen bracht me bij Dickinson. Bij haar ding met veertjes dat hoop heet. Dat leven geeft en vleugels. Zacht en lief is, zo op het gevoel, maar beresterk in de vlucht.

Hoop die overeind houdt. En die, zelfs al wordt hij onderweg al eens de kop afgebeten, elk moment weer opveren kan. Vanochtend nog sprak een hele goede vriendin hem uit. Zestig wordt ze vandaag en ik was er als de kippen bij om haar een fijne verjaardag te wensen. Voor het veertigste jaar op rij. Realistisch gezien is wat achter ons ligt langer dan wat nog komen zal. Daar zouden we over kunnen kniezen. Of hopen dat we elkaar nog vaak geluk mogen wensen. Zolang het kan. Ook stokkend en bevend of zonder woorden als het moet.

P.S. Omdat ik gruwde van het verenslagveld, nam ik er geen foto van. Maar een dag later lag deze duivenpen onder de grote beuk.

36 gedachtes over “dat ding met veertjes

  1. Helaas maken de katten veel vogeltjes koud. Maar niet die van mij, want die leven binnen en als ze buiten zijn, is dat in hun kattenren. Hier vinden we vaak grotere vogels zoals patrijzen en fazanten die dood zijn gebeten door de vos(sen). Geen fijne beelden, ik begrijp je volkomen.

    Geliked door 1 persoon

  2. In de goede oude tijd, toen kater hier nog was, werd ik ook geregeld geconfronteerd met zijn roofdier instinct, waar ik vaak kapot van was. Manlief ‘troostte’ keer op keer met de wetten van de natuur…..
    De sterkste wint. Een hoopje pluimen was het zielige bewijs.
    39 jaren zoenen, nu een jaartje op afstand, en dan hopelijk nog eens 39 jaar mét zoenen, moet kunnen!

    Geliked door 1 persoon

  3. Op de volkstuin worden we vaker geconfronteerd met deze wet der natuur. Daar zijn geen poezen of katers, maar wel de reiger, de buizerd, de snoek en de sperwer. En helaas dreef er een jonge merel in de vijver, een paar dagen terug.

    ‘Hoop doet leven’ is een mooi oud gezegde. ❤

    Geliked door 1 persoon

  4. hoe denk je er dan over als ze met een muis thuis komen? Het hoort er nu eenmaal bij, leuk is anders, maar het is de natuur, ik denk het ook altijd als ik naar de grote katachtigen kijk die dan jagen op een gazelle of een gnoe, vaak nog de babies ook…

    X

    Geliked door 1 persoon

      1. hahahahaha ik zie het voor me…. heb ooit mijn moeder op tafel zien klimmen.. omdat er ineens een muis door de zaal liep waar wij toen waren.

        Geliked door 1 persoon

  5. Onze katten hebben vogels gek genoeg nooit interessant gevonden, hooguit om af en toe eens naar te kijken. Het enige dat wel eens gevangen werd was een veldmuisje. Dat vonden we dan ’s ochtends heel lief op de deurmat. Eén keer werd een muisje op een ander plekje in de bijkeuken gelegd. En daar ging mijn eega dus blootsvoets op staan … het kreetje dat ze toen slaakte zal ik nooit meer vergeten … 🙂

    Geliked door 1 persoon

  6. Ik begrijp je wel maar het is toch de natuur hoor. Een kat pakt ook muizen. Vond het ook niet leuk toen mijn kat een nog levende duif los liet in mijn living… Heb beestje kunnen redden maar vond dat redden ook niets 🙂

    Geliked door 1 persoon

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.