toerist in De Haan

Net nu ik aan dit logje wil beginnen, heeft de krant het over de strijd om de congrestoerist. Een zeer gegeerd humaan specimen blijkbaar dat meer dan gemiddeld geld spendeert tijdens zijn of haar kortverblijf in één van onze (kust)steden. Het doet me stilstaan bij welk soort toerist wij waren toen we van zondagnamiddag 18 tot dinsdagvoormiddag 20 augustus in De Haan aan zee neerstreken. Geen excursionisten wegens te weinig flitsend. Geen dagjesmensen want we hebben ook overnacht. Ook geen frigoboxtoeristen, wegens geen frigobox tussen onze koffers. We gingen niet voor zaken en niet op congres. Doorsnee waren we ook al niet want we boekten geen klassiek weekend van vrijdag tot zondag, geen midweek en ook geen reguliere week. Bovendien zijn we noch strandliggers noch zonnekloppers. Ook geen waterratten of waaghalzen. Zelfs geen dijkracers (al had ik nog eens graag op een gocart gereden).

Nee, als wij naar zee gaan, dan willen we wandelen. Uitwaaien en eens lekker gaan eten. Het eerste wat we daarom deden was naar het infokantoor in het pittoreske tramstationnetje art nouveaustijl trekken, op zoek naar kaarten van haalbare wandelingen.

tramgebouwdehaan

Gelukkig houden we allebei wel van geschiedenis en van huizen kijken en laat dat nu twee grote troeven van De Haan zijn. Na een lekker slaatje in De Concessie zouden we de zondagnamiddag rustig inlopen. (Als het weer op maandag even mooi werd als voorspeld, zouden we ons dan wel wagen aan de duinboswandeling van 10 km naar Wenduine en terug.)

Zowel de Erfgoedwandeling als de Einsteinroute bleken spek voor onze bek en omdat ze voor een groot deel overlapten, combineerden we beide. Zo werden we, kaart en hand in (de) hand, onder een stralende zon, door iets minder dan 150 jaar geschiedenis en architectuur geloodst.

Te beginnen in 1886 bij de komst van een stoomtramlijn tussen Oostende en Blankenberge. Den Haene was op dat ogenblik nauwelijks enkele strandvissershuisjes groot, met een douaniershuisje en een herberg met de toepasselijke naam … Den Haene. 🙂 Daarrond bevond zich een uitgestrekt duingebied dat eigendom was van de Belgische Staat. Een deel ervan werd in 1889 voor 90 jaar in erfpacht gegeven – de Concessie – voor een beperkt verkavelingsproject.

Het allereerste hotel, het Hôtel du Coq, werd opgetrokken in pitch-pine en er verschenen enkele roodgedakte landhuizen met de typische, steile dakhellingen van 45°. Aan het einde van de 19de eeuw was er een casino, twee hotels en een dertigtal villa’s voor gegoede badgasten uit de grote steden. Toen Koning Leopold II aan het begin van de 20ste eeuw zijn persoonlijke raadgever en stedenbouwkundige-urbanist Joseph Stübben aanstelde om een romantisch getint verkavelingsproject uit te werken, werd de basis gelegd voor een unicum aan de Belgische kust: een kleine kustgemeente met een doordacht stratenplan, een groene long , twee centrale assen en een netwerk van kronkelende laantjes eromheen, mét behoud van bosgebied als bescherming tegen de zeewind. Stübbens bouwvoorwaarde om niet in de hoogte te bouwen, heeft zich tot op vandaag gelukkig staande weten te houden en maakt van De Haan de stijlvolle, leerrijke en relatief rustige plek die het is.

Op onze iets meer dan 3 km lange wandeling waren we getuige van meerdere bouwstijlen van einde 19de en eerste helft 20ste eeuw. We herkenden de Victoriaanse stijl met geschilderd houtwerk en fijne versieringen (midden onder), de witte villa-stijl, de invloed van art deco in het Astoriahotel (links boven), cottages in Anglo-Normandische stijl (boven rechts en links onder) en tot slot ook het modernisme in de dijkvilla van ene Goëlands (rechts onder).

Eén van de meest in het oog springende gebouwen als je van het stationnetje richting zeedijk loopt, is het driehoekige Grand Hotel Belle Vue (foto links onder) dat met zijn fraaie vakwerk, torentjes en puntgevels knipoogt naar de stijl van mondaine badplaatsen aan de Normandische kust. Naar verluidt zat Einstein (beeld rechts onder) er bijna dagelijks op het terras met een koffie en kramiek.

Twee oosters aandoende en beschermde pagodevormige kioskjes – ooit de toegang tot een exotisch getint casino, zegt de wandelgids – liggen vlakbij. Eén ervan herbergt nu een oesterbar (foto midden boven). Ik loop eromheen en mijn oog valt op de geglazuurde bakstenen onderaan. In blauw, groen en wit.

In een zijstraatje staan we stil bij Villa La Tourelle (links onder), een groot herenhuis in belle-époquestijl uit 1910, vandaag omgetoverd tot een sfeervol en Engels aandoend luxehotel.

Van Engels aandoend gesproken. Niet alleen zien we onderweg een B&B die verblijfsarrangementen aanbiedt met een bezoek aan de tuinen van Kent en Sussex, niet veel later belanden we in de Shakespearelaan waar we even stilstaan bij de geschiedenis van Villa Savoyarde (huisje rechtsboven), het naar De Haanse normen eerder bescheiden huis waar Albert Einstein tussen april en september 1933 verbleef, samen met zijn tweede vrouw en stiefdochter. Bij zijn terugkeer uit Amerika hadden Belgische vrienden hem afgeraden naar Duitsland terug te keren. Daar was ondertussen Adolf Hitler aan de macht gekomen en die hield, op zijn zachtst gezegd, niet van joden. Ook niet als ze een Nobelprijs hadden gewonnen. En toen de nazi’s niet veel later ook geschriften van de geleerde begonnen te verbranden en een prijs – 50000 mark wordt gezegd – op zijn hoofd zetten en ondanks bescherming van de Staatsveiligheid, besloot hij dat zelfs België niet meer veilig was. Hij trok verder naar Engeland en zou van daaruit voorgoed naar Amerika terugkeren. Een interessant stukje biografie van de man, mij voorheen totaal onbekend.

In de Rembrandtlaan – heel wat straten hebben hier namen van kunstenaars en schrijvers – worden we gecharmeerd door de witte ‘Vlaamse villaatjes’ van architect Valentin Vaerwyck.

20190818_172738

‘Relatief’ kleine bakstenen huizen, met een laagreikend rood dak, beluikte kleine ramen en houten tuinhekjes. Hun namen – o.a. Roodkapje, Zeemeermin en Zonnewijzer – hebben iets lieflijks en zijn ingewerkt in de gevels.

Opvallend zijn ook de vele verwijzingen naar de naam van het kustplaatsje De Haan. Onderweg kun je niet om de grote hanenparade, een stoet van beschilderde hanen, heen.

Nu eens bontgekleurd, dan weer goud gespoten of naïef beschilderd, tot zelfs gehuld in een kleed van letters. Op de dijk prijkt een haan met een lijfspreuk. Indrukken van een dag aan zee uit een gedicht van Paul Demets. De laatste woorden voor vandaag.

het zand in haar navel

een ijsje in haar hand

smelt het, dan zand erover

strand vlakt uit

ze noemt de wind een val

blaast hem aan bovenhuids

uit de zee doemt mist

44 gedachtes over “toerist in De Haan

  1. Heel veel bijgeleerd, en dit na jaaaaren vakantie in Den Haan, vroeger en nu.

    De fotootjes zijn me bekend, de achtergrondverhalen niet, wegens telkens teveel kinderstemmen rondom me.

    De gezelligheid, kleinschaligheid, prachtige architectuur in vele stijlen, lekkere eethuisjes blijven me bekoren.

    Heerlijk geschreven hier!

    Geliked door 1 persoon

  2. Heerlijk om hier met u mee te wandelen, langs al die mooie huizen in al die verschillende stijlen. En met de nodige historische duiding erbij hebben we weer iets bijgeleerd over de mooiste badplaats van ons landje.

    Geliked door 1 persoon

  3. Heel fijn om te lezen ondanks de verschillende woorden en termen die ik niet ken.Ik zou zeggen … weer wat bijgeleerd … maar dat geldt pas als ik deze informatie ook zelf kan reproduceren. En dat gaat niet een twee drie lukken. Heel mooi.

    Geliked door 1 persoon

  4. Wauw, wat prachtig mooi allemaal, hier hou ik ook helemaal van! En zelfs Einstein, en al die prachtige oude huizen… echt, ik heb zitten genieten van a tot z… jouw verhalen erbij en de foto’s.

    Gedicht ook prachtig, en de hanen, hahaha ja, dat kennen wij hier ook, zoiets dan.. .. in Barneveld… waar onze kippen met name vandaan komen 😉 Daar vind je dus overal hele grote kunstzinnige kippen.

    X

    Geliked door 1 persoon

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.