Angsthazen houden doorgaans niet van uitdagingen. Denk ik. Vooral niet als die fysiek, grensverleggend of avontuurlijk van aard zijn. Ik reken mezelf tot de groep der bangerikken en haasvreters met een hazenhart. Tot de labbekakken en schijtebroeken. Maar vanuit mijn luie zetel wat friemelen aan … Lees verder twee vliegen in één klap
Was een stukje bloggen tot vorig jaar een bijna dagelijkse gewoonte, dan schiet daar vandaag maar weinig van over. Zin en woorden rollen niet aan als vanouds en ik heb er niet echt een verklaring voor. Het is gewoon zo. Wat natuurlijk niet wil zeggen … Lees verder waar we de laatste tijd zoal zoet mee waren …
Drijfnat ben ik. Mijn haar plakt in mijn gezicht en lekt onophoudelijk. Dat heb je met zo’n kwakkellente. Het ene moment schijnt de zon. Minuten later klitten wolken samen en gaan de sluizen open. Toen ik rond de klok van twee vertrok voor een wandeling … Lees verder bakfietsbruid
Zouden er nog vaccinatiecentra in zo’n mooi kader* liggen als het onze, vraag ik me af als ik onder een dik pak dreigende wolken naar Oud-Heverlee afzak? Het is veel te koud voor een meise lentedag en als ik de auto parkeer op de me … Lees verder vaccinatievreugde
Si la matière grise était plus rose le monde aurait moins les idées noires (Pierre Dac) Gelezen in Lente in & om onze B&B Les Oliviers du Taulisson (Guy en Dina Croket)
Het zou een opdracht voor Klikipedia kunnen zijn, het spelletje in Iedereen Beroemd waarin twee duo’s in zo weinig mogelijk kliks van het ene Wikipedia-onderwerp naar het andere moeten klikken. Maar dat is het natuurlijk niet. De titel is niet meer dan een scherfje van … Lees verder van ‘roetfilter’ naar ‘bommenwerper’
… maar niet zo uitbundig als we zouden willen. Het contrast met de eerste coronalente is groot. Heel groot. Alsof het dit jaar meer winte dan lente is. 🙂 Een dik pak sneeuw kregen we en hagelgrillen in overvloed. En koudblazende noordoostenwind onder wolken zwaar … Lees verder Het voorjaart en het lentelt
Toen ik her en der de invullingen van de nieuwe foto-uitdaging van Saturnein in beeld zag springen, sloeg de twijfel toe. Zou ik of zou ik niet? Want ‘oud’ is zo’n beladen begrip en het strekt zich naar zoveel kanten uit, dat het je gegarandeerd met keuzestress opzadelt.
Ik heb wel wat oude spulletjes in huis: een bolstaande, met kleur ‘Old Church White’ gepimpte kast van een oude tante zaliger, een vergeelde catechismus van oude nonkels zaliger, een oude foto van een dame die ik van haar noch pluim ken maar wiens mysterieuze blik me aansprak, een scheefgezakt Indisch tafeltje, twee oude stolpen van schone moeder zaliger, twee oude houtschaven die de echtgenoot vond bij een antiquair in L’Isle-sur-la-Sorgue, … , maar ik heb er eigenlijk geen verhalen bij.
Bij deze oude tekening van het Château d’Eegenhoven kan ik wel wat vertellen. Twee jaar geleden maakte ik er, nadat ik er tientallen jaren geen stap meer had gezet, nog eens een lentewandeling en ik schreef er ook een logje over:
Het kwam door de stekelbaarzen. En door de mannen die in hun donkergroene waterpakken plots uit de beek omhoog gekropen kwamen. Vissers van de wetenschap. Verzamelaars voor hun onderzoek: de stekelbaarspopulatie in welbepaalde Vlaamse beken in kaart brengen.
Ik werd ter plaatse teruggeworpen in de tijd. Naar het einde der jaren zestig. Naar het dorpsschooltje net ten zuiden van Leuven. Een onooglijk gehuchtje was het toen. Wat oude huizen en een nieuwe, witte wijk met daarrond velden, weiden en een bos. Egenhovenbos, een uitloper van Heverleebos en Meerdaalwoud.
Elk jaar, als de eerste lentezon door de hoge klasramen priemde, trokken we in gelaarsde stoet, met gedeukte keukenzeefjes (niet elk kind had een visnet) en een plastic emmertje naar het bos. Om er kikkerdril en kikkervisjes te vangen in het beekje bij het toenmalige buitenverblijf van de Paters Jozefieten. En soms zat er al eens een stekelbaarsje tussen al dat pril gewriemel. De geur die enkele uren later uit die emmertjes opsteeg, doet me vandaag nog een beetje kokhalzen. Maar maakt ook mooie herinneringen op deze wolkenloze aprildag weer spring-levend. Doet onze kinderlijke fantasie van weleer weer opleven. Want, geprikkeld door een meester die van Vlaamse Filmpjes en van griezelen hield, meenden we achter de hoge ramen van het vervallen kasteeltje hoofden te zien bewegen. Spoken op zoek naar jonge prooien. We durfden nadien nauwelijks nog omhoog kijken. En heel af en toe zagen we tussen de bomen van het door onkruid overwoekerde park, een donkergerokt en kaalgeschoren, boosaardig creatuur lopen … .
Hoe het er vandaag nog zou uitzien, vroeg ik me af. Want ik had gelezen dat de KU Leuven het kasteeltje, in het kader van een duurzaam personeelsbeleid, enkele jaren geleden heeft omgetoverd tot een Stiltehuis. Een plek voor academici en ander personeel om te vergaderen en te herbronnen.
Dat moest ik met eigen ogen zien. En vanmiddag leek me een geknipt moment. Met stralend lenteweer buiten, de wekelijkse poets achter de rug en nog drie onbestemde uren voor me uit, besloot ik even tot daar te rijden … .
Dat heb ik me niet beklaagd. Het is een prachtige plek geworden. Eéntje zonder dreiging nu. Veel lichter en netter ook dan de bouwval in mijn herinnering, Het jachtslot is met zorg gerestaureerd en opgefrist, het prieeltje en het brugje in hun adellijke glorie hersteld. En het is er stil. Was er stil. Op wat vogelgekwetter na. Maar toen begon een stel nijlganzen luid snaterend te stoeien in het water van de gracht.
En ik dacht aan hoe tijden veranderen en plekken groeien. Alleen de kasteelgracht en de slootjes waar wij ooit visjes vingen, liggen er nog als vanouds bij.
en weer hangt het woord in de lucht als lente ~ ik spoel vooruit proef en ruik een zomer zonder ~ tussen twee stammen wiegt een hangmat Ik zag deze luilekkerfoto een tijdje geleden op Facebook en sloeg hem op, niet wetende of en wanneer … Lees verder lockdown
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.